Acupunctuur
Acupunctuur is een traditionele geneeskunde die haar oorsprong vindt in de oudheid. De eerste aanwijzingen van het gebruik van acupunctuur zijn helemaal terug te brengen naar de bekende ijsman “Ötzi” die gevonden werd in 1991 in de Italiaanse Alpen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat Ötzi geleefd heeft rond 3300 V.Chr. Op de mummie werden verschillende tatoeages terug gevonden op plekken die we nu kennen als acupunctuurpunten en die mogelijks werden aangebracht als behandeling voor de artrose en de discus hernia die met een MRI scan kon aangetoond worden.
Met onze moderne technologieën is het relatief eenvoudig het lichaam volledig in kaart te brengen, terwijl men in de oudheid beperkt was tot observaties. Wij hebben bijvoorbeeld een zeer goede kennis van het zenuwstelsel, wat in de oudheid zeker niet het geval was. Toch zien we nu dat de acupunctuurpunten, die ze lang geleden al gebruikten, op de voor ons bekende zenuwbanen liggen.
Acupunctuur kan bekeken worden als een vorm van zenuwstimulatie. Door het plaatsen van naalden doorheen de huid (of door een andere manier van acupunctuurstimulatie, bv. Met behulp van een laser) ontstaat er in de weefsels onder de huid een microtrauma. Hierop volgt een complexe serie van reacties die een stimulatie teweeg brengen van het zenuwstelsel. Afhankelijk van het gekozen acupunctuurpunt en de methode van stimulatie worden bepaalde zenuwbanen geactiveerd.
De meest voor de hand liggende indicaties om acupunctuur aan te wenden in de praktijk zijn pijn of zwakte. Toch heeft acupunctuur nog veel andere toepassingsmogelijkheden en kan het bijvoorbeeld ook worden gebruikt bij gedragsstoornissen, incontinentie, maagproblemen,…